Nieuws:Keltisch Colloquium 2014

From A. G. van Hamel Foundation
    •  za 
    • 17
    • mei
    • 2014
11:00–17:00
  • Colloquium
  • Keltisch Colloquium

Keltisch Colloquium 2014

Datum bericht: 16 mei 2014
Utrecht, Nederland Bucheliuszaal, Universiteitsbibliotheek Utrecht (Heidelberglaan 3)
  • georganiseerd door: Stichting A. G. van Hamel voor Keltische Studies / Universiteitsbibliotheek Utrecht
Nog even een advies voor treinreizigers die normaliter via Woerden naar Utrecht komen. Er is deze dag een aangepaste dienstregeling, waardoor tussen Woerden en Utrecht Centraal geen treinen rijden. Er worden wel snel- en stopbussen ingezet. Houd dus rekening met meer reistijd en beoordeel voor uzelf wat beter uitpakt: een bus of een omreisroute. Zie verder ns.nl voor meer informatie.

KC2014ff..jpg

Het Keltisch Colloquium is terug! De editie van dit jaar wordt georganiseerd in samenwerking met de Universiteitsbibliotheek Utrecht en zal plaatsvinden op zaterdag 17 mei. De Stichting A. G. van Hamel zal dan bezoekers verwennen met een dagvullend programma waarin maar liefst vijf lezingen op het gebied van de keltologie (archeologie, geschiedenis, letter- en taalkunde en codicologie) elkaar afwisselen. Voor deze gelegenheid wordt tevens een tentoonstelling opgezet met materiaal uit de bibliotheekcollectie. Iedereen die maar belangstelling heeft voor de Keltische talen en cultuur is van harte welkom!

Sprekers

De abstracts staan beneden.
Greta Anthoons: ‘Omgaan met de dood in de ijzertijd: opmerkelijke grafrituelen uit East Yorkshire’
Daan van Loon: ‘Het historisch praesens: gereedschap van de Oudierse schrijver’
Bart Jaski: ‘Ierse invloeden in het Utrechts Psalter’
Alan Griffiths: ‘The ogam-name (h)úath: a fearful bed of thorns’
Jacqueline Borsje: ‘Het lange leven van toverspreuken’

Tentoonstelling

In de Leeszaal Bijzondere Collecties worden boeken, facsimile-uitgaven en originele documenten uit de collectie van A. G. van Hamel tentoongesteld.

Aanmelding

De aanmelddatum voor het colloquium is reeds verstreken. Wilt u het colloquium graag bijwonen maar bent u uzelf vergeten aan te melden? Stuurt u ons dan een e-mail via KC@vanhamel.nl en vraag naar de mogelijkheden. Wij zullen ons best doen om uw aanmelding alsnog te verwerken.

Wilt u ook het Colloquium meemaken? Dan kunt u zich opgeven door vóór 1 mei:

  • een e-mail met adresgegevens te sturen naar KC@vanhamel.nl en
  • het bedrag van € 20,- (donateurs) of € 25,- (niet-donateurs) over te maken op rekening NL89 INGB 0003 1537 31 t.n.v. Stichting A. G. van Hamel voor Keltische Studies te Utrecht, o.v.v. ‘Colloquium 2014’.

Koffie, thee en lunch zijn bij de prijs inbegrepen. Het toegangsbewijs ontvangt u bij aanvang van het Keltisch Colloquium na melding bij de balie. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar, dus meldt u zich op tijd aan!

Voor meer informatie kunt u de website in de gaten houden of eventueel e-mailen naar KC@vanhamel.nl.

PDF

Als non-profit organisatie kan de Stichting altijd een beetje hulp gebruiken bij het promoten van haar activiteiten. Als u het nieuws zou willen verspreiden, dan kunt u gerust gebruik maken van de afbeelding hierboven en/of van het volgende PDF-bestand:

File:KC2014aankondiging.pdf

Abstracts

‘Omgaan met de dood in de ijzertijd: opmerkelijke grafrituelen uit East Yorkshire’

dr. Greta Anthoons

De dood kon in de ijzertijd voor de nodige beroering zorgen, zeker als het om het overlijden van een belangrijk lid van de gemeenschap ging. Het volgen van de juiste rituelen was dan cruciaal. Die rituelen konden in de loop der tijden veranderen: zo ging men in East Yorkshire op een bepaald moment sommige doden met een wagen begraven, een idee dat men had opgepikt overzee, in Gallië. Een ander fenomeen is dat van de speared corpses: terwijl de dode in het graf lag werd er met (ceremoniële) speren naar hem gegooid. En dan zijn er nog de speciale graven: de vrouw met een voldragen foetus nog in de baarmoeder, het zogenaamde ‘zondige koppel’, de vrouw met het geheimzinnige bronzen trommeltje, en de man met de oudste maliënkolder van West-Europa. Soms liggen de bedoelingen van de nabestaanden voor de hand, maar in andere gevallen blijft het toch gissen; vergelijkingen uit de antropologie kunnen dan vaak tot betere inzichten leiden.

‘Het historisch praesens: gereedschap van de Oudierse schrijver’

Daan van Loon, RMA

De oude Ierse verhalen zijn een bron van drama, passie en geweld. De Oudierse schrijver moet dan ook zeker een grote gereedschapskist hebben gehad om al deze verhalen in een vorm te gieten die eeuwen zou overleven. In deze lezing zal ik ingaan op één van die veronderstelde gereedschappen, namelijk het gebruik van werkwoordstijden om spanning op te wekken. Ik zal pogen aan te tonen dat dit gebruik van werkwoorden helemaal niet onderdeel was van de stilistische middelen van de Ierse schrijver maar een taalfenomeen, diepgeworteld in het Oudiers zelf.

‘Ierse invloeden in het Utrechts Psalter’

dr. Bart Jaski (conservator handschriften en oude drukken, UBU)

Het Utrechts Psalter is het meest kostbare middeleeuwse handschrift in Nederlands bezit. Het manuscript werd in het tweede kwart van de 9de eeuw in of nabij Reims vervaardigd. Het bevond zich eeuwen lang in Engeland voordat het in 1716 aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht werd gelegateerd. In het Psalter worden de 150 psalmen en tevens 16 gezangen alle op schetsmatige wijze geïllustreerd. Alhoewel het geheel geïnspireerd lijkt te zijn door Laatromeinse voorbeelden, laat nieuw onderzoek zien dat er ook een verrassende Ierse dimensie aan het Utrechts Psalter zit.

‘The ogam-name (h)úath: a fearful bed of thorns’

dr. Alan Griffiths

Bestond er een foneem /h/ in de taal waarvoor het Ierse ogamalfabet ontworpen werd? Zo nee, welk foneem vertegenwoordigde het ogamkarakter dat in manuscripten met H werd weergegeven en met de naam úath of húath werd aangeduid? Zo ja, wat zou H met de naam te maken hebben? Úath betekent ‘vrees, angst’. Wat zou het karakter met ‘angst’ te maken hebben? De naam werd ook met de meidoorn en met een troep honden of wolven in verbinding gebracht. Heeft de associatie met de meidoorn iets met het zogenaamde bomenalfabet te maken? Zou het geschreeuw van honden en wolven angstwekkend genoeg zijn om speciaal met het ogamkarakter verbonden te worden? Dit zijn de ‘stekelige’ vragen die ik wil behandelen. De antwoorden geven een inzicht in de oorsprong van ogamnamen in het algemeen.

‘Het lange leven van toverspreuken’

prof. dr. Jacqueline Borsje (University of Ulster, Universiteit van Amsterdam)

‘Machtige woorden’ behoren tot de zogenaamde coping tools, waarmee mensen in tijden van tegenspoed en crisis de werkelijkheid op bovennatuurlijke wijze proberen te beïnvloeden. Men tracht ziektes te genezen, liefde op te wekken, succesvol te zijn in zaken of andere verlangens te vervullen door het gebruik van religieuze taaluitingen, zoals gebeden, toverspreuken, vervloekingen en zegeningen. In het middeleeuwse Europa werden zulke taaluitingen binnen en tussen culturen uitgewisseld. Ze zijn overgeleverd in het Latijn (de lingua franca), volkstalen, mysterieuze en/of heilige talen, en vaak zijn ze samengesteld uit verschillende van deze taalsoorten. Een voorbeeld dat in verscheidene Europese volkstalen voortleeft, is de ‘bone-to-bone’ spreuk, die teruggaat op oude Indo-Europese wortels. Andere ‘langlevende’ voorbeelden zijn slangen- en wormentoverspreuken, die in veel culturen gevonden worden. De oudste slangen- en wormenspreuken zijn bewaard gebleven op Mesopotamische kleitabletten. Ierse exemplaren zijn niet alleen in Ierse manuscripten te vinden, maar ook in Angelsaksische medische handboeken en op een Noorse runenstok. In de lezing worden deze historische Ierse exportproducten besproken.